De ontstaansgeschiedenis van Stichting Protestantse Begraafplaatsen Gemeente Ede en Begraafplaats 'De Meenthof' te Wekerom.
 
In oktober 1997  besluit de gemeenteraad van Ede, dat de mogelijkheid geboden wordt een crematorium aan de Asakkerweg te realiseren. Ondanks de 487 ingediende bezwaren en vele insprekers, wordt dit besluit door de gemeenteraad van Ede, met een nipte meerderheid aangenomen. Hier is veel verzet tegen geweest. Met name de principiële bezwaren tegen het cremeren, alsook het bouwen van een crematorium naast de begraafplaats, waar geliefden liggen begraven, waren belangrijke redenen om bezwaar te maken. 
De principiële bezwaren waren met name als volgt : Tot stof wederkeren…, Bijbelse opdracht is begraven (zie Gen. 23). Terstond na de val heeft de Heere het vonnis over de mens uitgesproken. Als de mens ongehoorzaam zou zijn aan het proefgebod, dan zou hij de dood sterven. Door te eten van de vrucht van de boom der kennis des goeds en des kwaads, hebben wij ons onderworpen aan het vonnis des doods. Wij zijn uit het stof der aarde geformeerd en wij zullen tot het stof der aarde wederkeren. Want de Heere heeft het gezegd, terstond na de val: “Stof zijt gij, en gij zult tot stof wederkeren”. Nu is het zeker waar, dat als een mens wordt gecremeerd, hij ook tot stof wederkeert. Maar het bezwaar hiertegen is, dat wij dat proces in eigen hand nemen. De moderne mens gaat steeds meer in eigen hand nemen, omdat hij God niet meer erkent. Het komt zo duidelijk uit, waar de mens in het paradijs voor heeft gekozen. De mens meent God niet meer nodig te hebben. Hij kan het allemaal zelf wel. En hoe verder wij, door de tijd, van de val in het paradijs vandaan raken, hoe duidelijker dat uitkomt. Zo komt het proces van de ontbinding in het graf. Wij behoren het proces van de ontbinding in Gods hand te laten. Juist het wederkeren tot het stof in de weg van de natuurlijke ontbinding is zo smadelijk en vernederend voor ons mensen. Dit smadelijke en vernederende karakter van het ontbindingsproces in het graf is de vrucht van de zonde, die wij niet moeten en mogen ontlopen. Gods Woord legt op deze vernedering sterk de nadruk. Wij denken hierbij slechts aan Jobs klacht: “Tot de groeve roep ik: Gij zijt mijn vader! Tot het gewormte: Mijn moeder en mijn zuster!” (Job 17:14). En dichter Ethan de Ezrahiet, spreekt van “het geweld van het graf” (Ps. 89:49). Het begraven is naar Gods Woord. Zo heeft de Heere Zelf zijn knecht Mozes begraven. Bovendien bevestigt de begrafenis van de Heere Jezus het gebruik van het begraven. De opstanding van Jezus is voor ons een feit. En daarmee samenhangend  het Paasfeest  een heilsfeit! Met deze zaken is het geloof van Gods volk verbonden. Deze feiten zouden ons ontvallen als Christus niet begraven was. Zo gezien is de begrafenis van Christus duidelijk een getuigenis van de levende verwachting van Gods Kerk dat niet de dood het laatste woord heeft, maar dat Gods kinderen eenmaal uit het graf zullen opstaan. Daarom is de begrafenis in het licht van Gods onfeilbaar Woord de enige vorm van geoorloofde lijkbezorging en moeten wij alle andere vormen, waaronder ook de crematie, afwijzen. Hierbij komt dat op algemene begraafplaatsen ook urnenmuren aanwezig zijn. Ook de soberheid van begraven verdwijnt meer en meer, terwijl ook in toenemende mate de vrijheid wordt gegeven voor het inrichten van  een graf naar eigen inzicht. 
Alle ingebrachte bezwaren zijn door de rechter afgewezen. Ondanks protesten en bezwaren van vele Edenaren, kerken en instellingen is het crematorium gebouwd, pal naast de begraafplaats aan de Asakkerweg.  Daarmee wordt ruimte gegeven aan hen die een heidense en onbijbelse lijkverbranding stellen boven het begraven van overledenen op Bijbelse wijze.
Meerderen uit de gemeente Ede hebben dit besluit tot de Raad van State aangevochten. Echter zonder resultaat. De Raad van State toetst alleen de bestaande burgerlijke wetgeving en daar was het niet mee in strijd.  Wel kwamen toen de bezwaarden in aanraking met de Wet op lijkbezorging waarin onder meer staat, dat kerkelijke gemeenten een aanvraag kunnen doen tot het oprichten van een begraafplaats in eigen beheer. Dit heeft er toe geleid dat op 8 december 2001 de Stichting Protestantse Begraafplaatsen Gemeente Ede is opgericht. Bij de oprichting van deze Stichting zijn meerdere kerken betrokken.
Intussen was bekend dat het college van de gemeente Ede medewerking wilde verlenen aan de plannen van de Stichting om in Wekerom te komen tot de aanleg van een begraafplaats. In de nieuwe structuurvisie van Wekerom is een locatie aangewezen aan de Wekeromsebuurtweg. Het gaat hier om een begraafplaats, waar de gemeente Ede geen financiële bemoeienis mee heeft. Op 28 januari 2005 is een perceel grond, groot 1,8 ha., aan de Wekeromse Buurtweg in eigendom verkregen. De aankoop van de grond, de aanleg en inrichting, het beheer en onderhoud komen geheel voor de rekening van de Stichting. Daar de Stichting niet over eigen financiële middelen beschikte om de grond aan te kopen, alsook de eerste inrichting te bekostigen, zijn kerkgenootschappen die participeren in de Stichting, gevraagd om een geldelijke bijdrage. Het gaat hier over grote investeringen, waar veel geld voor nodig is. 
Eind februari 2012 is gestart met de aanleg van begraafplaats ‘De Meenthof’. De officiële opening vond plaats op 1 september 2012. Bij die gelegenheid werd een geschenk van de participerende kerken onthult: een monument met het opschrift ‘Gij dan, zijt ook bereid.’ 
 
In de loop van 2013 is het beheerdersgebouw gerealiseerd. Naast een kantoor met kleedruimte voor de beheerder en een opslagruimte voor de graflift en gereedschappen, is er een van buitenaf bereikbaar toilet in ondergebracht.